Inhoud van de bijeenkomsten
In één jaar tijd ontwikkelen de deelnemers hun eigen vaardigheden en de inhoudelijke, vakdidactische kennis op het gebied van muziek. De cursisten zingen, spelen, luisteren, bewegen, lezen, noteren, improviseren en componeren, zodat zij in staat zijn muziekles te geven in groep 1 t/m 8, collega’s daarin te ondersteunen en de leerlijnen voor muziek uit te werken tot kwalitatief muziekonderwijs. Ze vormen een visie op muziekonderwijs en kunnen leidinggeven aan een musicerende klas, schoolkoor of –orkest en de kwaliteit hiervan verhogen door gerichte interventies.
De opleiding bestaat uit zo’n 15 bijeenkomsten. In de bijeenkomsten staan theorie en praktijk centraal en wordt samen actief geleerd. De bijeenkomsten kenmerken zich door:
- Aandacht voor vaardigheden: samen zingen en spelen
- Aandacht voor theorie en didactiek
- Aandacht voor samen oefenen in muzikaal leidinggeven en kwaliteit verbeteren
- Aandacht van het uitproberen van zelfontworpen materiaal
- Feedback op basis van het portfolio (dit kan ook buiten de bijeenkomsten worden georganiseerd).
- Lessen van gastdocenten
Eigen leertraject
Tijdens deze opleiding wordt gebruik gemaakt van persoonlijke ontwikkelingsplannen (POP). In overleg met de docent wordt het traject besproken dat je gaat volgen. Daarmee kun je aansluiten op jouw niveau en nieuwe uitdagingen aangaan die passen bij je huidige ontwikkeling en bij de situatie van de school waar je werkzaam bent. Dit doe je door vast te leggen in welke mate je leeruitkomsten beheerst en door te kiezen voor opdrachten die je uitdagen Van de docent krijg je hierop feedback.
Portfolio
Gedurende de opleiding maak je een portfolio waarin je je ontwikkeling zichtbaar maakt en uiteindelijk bewijst dat je alle leeruitkomsten op het niveau van de vakspecialist beheerst. Je maakt het portfolio digitaal beschikbaar voor de docent.
Eindpresentatie
Aan het einde van de opleiding geef je een presentatie van ongeveer 30 minuten. Het gaat om een presentatie waarin je je muzikale vaardigheden praktisch demonstreert door te werken met je studiegenoten op het niveau van de leeruitkomsten. Je kiest hiervoor jouw eigen vorm. Je demonstreert in ieder geval de wijze waarop je muzikaal leidinggeeft aan de groep waarbij je je medestudenten laat zingen en spelen. Daarbij laat je zien de muzikale kwaliteit te kunnen verhogen. Je eigen muzikale vaardigheden zet je hiervoor in. Je laat diverse muzikale activiteiten elkaar versterken.