Een eerste versie van deze competenties is in het voorjaar van 2003 ontwikkeld door Rinze van der Lei (SLO). In de loop der jaren zijn deze competenties herhaaldelijk getoetst en bijgesteld. De huidige competenties sluiten aan bij de kerndoelen voor het basisonderwijs en bij de kennisbasis voor de pabo. Mede door ontwikkelingen op het vakgebied muziek met o.a. Méér Muziek in de Klas, is de verwachting dat er regelmatig bijstellingen zullen worden gedaan, onder auspiciën van het Netwerk Muziekdocenten Pabo.
De cursus is opgedeeld in vijf deelgebieden:
- Zingen: Je kunt de kwaliteit van het zingen verhogen door (groepen) kinderen liederen te laten zingen met aandacht voor expressie, zuiverheid, adem, resonans en articulatie. Je kunt onderbouwde keuzes te maken betreffende het repertoire en de wijze van aanleren.
- Luisteren: Je kunt kinderen helpen grip te krijgen op de complexiteit van muziek door ze vanuit verschillende invalshoeken naar muziek te laten luisteren. Je laat kinderen kennis maken met diverse muzikale stijlen.
- Spelen: Je kunt groepen kinderen instrumentale speelstukken te laten ontwerpen en uitvoeren met aandacht voor klank, vorm en betekenis. Je bent in staat om zelf eenvoudige liedbewerkingen te maken, bijv. voor een schoolkoor of schoolorkest.
- Vastleggen: Je kunt groepen kinderen muziek laten uitvoeren, ontwerpen en beluisteren met behulp van grafische en traditionele notatie. Je hebt zicht op de leerlijnen hiervan.
- Bewegen: Je kunt, geïnspireerd door de klank-, vorm- en betekenis aspecten van muziek, (groepen) kinderen begeleiden in het zich expressief uiten door middel van beweging. Je bent je bewust van de wijze waarop je met beweging, al dan niet bewust, kinderen helpt muziek te doorgronden.
Door het inzetten van de eigen instrumentale en vocale vaardigheden binnen de lessen, zorg je voor een rijke muzikale leeromgeving.